dinsdag 24 maart 2015

Aardappelgratin


Aardappelgratin is natuurlijk een klassiek gerecht, dat heerlijk is én blijft! Je kunt het snel maken als je wilt (en rommelig) of je kunt er veel werk van maken en dan is het mooi en nog lekkerder. Hierbij het recept (passend binnen het FODMaP-beperkt dieet) dat meer werk vergt, mét tips om er de snelle variant van te maken.

Overigens: meer werk betekent niet dat het moeilijk is! Qua handelingen is het een makkelijk recept. Een geruststelling?




Aarda
ppelgratin

voor 4 personen (of meer)

Ingrediënten
750 g geschilde aardappelen
1,5 dl lactosevrije slagroom
1 dl lactosevrije melk
100 g grana padano
zout, versgemalen zwarte peper
versgemalen nootmuskaat

Bereiding
1. Schil de aardappelen en schaaf ze in dunne plakken. Met een mandoline gaat dat snel en gemakkelijk.
2. Vet een ovenschaal in met wat olie en meng de melk en slagroom in een kannetje. Breng op smaak met peper, zout en nootmuskaat.
Stel de oven in op 175 graden Celsius (boven- en onderwarmte).
3. Leg de aardappelplakjes dakpansgewijs en in verschillende lagen in de schaal. Rasp er na elke laag een beetje grana padano overheen en giet er een klein beetje van het roommengsel over.
Dek de laatste laag aardappelplakjes af met het restant room (dat mag veel zijn) en flink wat kaas. Zie de onderste foto.
4. Schuif de schaal in onderin de oven en bak de gratin in 60-70 minuten gaar en mooi bruin. Controleer af en toe of de gratin niet te donker wordt en dek zo nodig af met aluminiumfolie.

Tips voor een snelle variant 
Als je de snelle variant (minder werk) ambieert dan kun je de aardappelplakjes ook zo in de schaal storten en een beetje afplatten en vervolgens de room en de kaas erover verdelen. Ook kun je voor een tussenvariant gaan waarin je wel laagjes aardappel en room/kaas afwisselt, maar waarin je dat ook wat minder precies aanpakt.
 Als je wilt dat het gerecht sneller op tafel staat, dan kun je de aardappelplakjes kort koken (afhankelijk van de dikte 2-4 minuten) voor je ze in de schaal stort.

Polentakoekjes met sinaasappel en cranberries



Dit zijn heerlijke, cake-achtige koekjes. Ik geef bewust een klein recept, zodat je er niet teveel van kúnt eten, anders levert het weer buikpijn op (vanwege de gedroogde cranberries)... Ofwel: geniet gerust, maar wel met mate van deze heerlijke sinaasappelkoekjes met cranberries!

In dit recept gebruik ik kokosolie of de vloeibare margarine van Healthy Planet. Beide geven een goed resultaat. De kokosolie is bij kamertemperatuur hard, dus die zorgt ervoor dat de koekjes goed opstijven. Je kunt desgewenst ook andere plantaardige margarine gebruiken, al vind ik wel dat bovengenoemde soorten vet de beste smaak geven.


Lekker voor bij de thee!




Polentakoekjes met sinaasappel en cranberries

voor 14 stuks

Ingrediënten
30 g gedroogde cranberries
1 el suiker
60 g kokosolie of vloeibare margarine van Healthy Planet
50 g fijne suiker
1 ei
75 g maïsbloem
45 g speltbloem
1/2 tl bakpoeder
1 el pijnboompitten
1 sinaasappel



Bereiding
1. Rasp de schil van de sinaasappel boven een kom (hier komen straks de overige natte ingrediënten in) en pers de sinaasappel uit. Verwarm het sap met 1 el suiker totdat de suiker is opgelost en draai het vuur uit. Hak de cranberries in kleinere stukjes (zo heb je er minder van nodig) en voeg ze toe aan de siroop. Laat de besjes ongeveer 2 uur weken in de siroop.
2. Verwarm de oven op 175 graden Celsius (boven- en onderwarmte) en bekleed een bakplaat met bakpapier (of gebruik een siliconenmatje voor koekjes van bijvoorbeeld Lekué - ideaal). 
3. Kluts het ei in de kom met het sinaasappelrasp samen met de suiker. Voeg de kokosolie (eerst even smelten!) of de vloeibare margarine toe en roer goed door. Schep de cranberries uit het weekvocht (niet weggooien!!!) en voeg ze samen met de overige ingrediënten toe aan het eimengsel en roer tot het een homogeen beslag is geworden.
4. Schep ongeveer 14 bergjes van dit beslag op de bakplaat (met voldoende tussenruimte, want ze lopen nog uit!) en bak de koekjes in 12-14 minuten gaar (net onder het midden van de oven). Laat ze even afkoelen en bestrijk de koekjes dan met het weekvocht dat je nog over hebt. 



Fambozen- sinaasappelmuffins met amandel

Frisse muffins met amandelschaafsel: het voorjaar in je mond! Lekker voor bij de thee of... voor bij het paasontbijt! Door het amandelschaafsel erop en het amandelextract in de muffins mis je het paasbrood met amandelspijs helemaal niet meer. (Nou ja, kwestie van genieten van wat je hebt, wat mij betreft.)



Deze muffins voldoen ondanks de amandelen die erin en erop zitten wél aan het FODMaP-beperkt dieet. Het is zo weinig dat je gerust van een muffin kunt genieten! Met het dieet mag je ongeveer 10 amandelen per dag eten (dat is 12 gram) en per muffin krijg je maximaal 8,3 gram amandelen binnen.
Mocht je het toch met minder amandelen willen doen, dan kun je de 50 g gemalen amandelen vervangen voor 50 g speltbloem, 50 g havermout (wel 20 minuten laten weken in het vocht voordat je dat bij de droge ingrediënten doet) of 40 g kokosmeel.

Bij Dille en Kamille kun je in kleine flesjes extract kopen van o.a. vanille en amandel. Puur natuur (niet nagemaakt) en dat proef je! En als je daar toch bent... ze verkopen leuke papieren bakjes voor muffins en cakejes. Een eerdere versie van deze muffins heb ik gemaakt in deze bakjes met kuikens, heel leuk. Alleen... na het bakken was het plaatje niet meer te zien. Ik denk dat je er twee per muffin in moet doen, dan zul je de afbeelding wel blijven zien. Voor het echte lentegevoel!


O ja, als je deze voor het paasontbijt wilt maken, zet je de avond van tevoren de natte en droge ingrediënten alvast gemengd en al klaar. De volgende ochtend hoef je alleen nog de frambozen door de droge ingrediënten te scheppen, de natte en de droge te mengen, de vormpjes te vullen en bakken maar! In de tussentijd kun je de tafel dekken, of wat ook. Die 25 minuten zijn zo voorbij!


Frambozen-sinaasappelmuffins met amandel

voor 12 stuks

Ingrediënten
225 g speltbloem
50 g amandelmeel of fijngemalen amandelen
3 tl bakpoeder
120 g witte basterdsuiker
snufje zout
2 grote eieren
150 ml lactosevrije yoghurt
90 ml zonnebloemolie
1/2 tl amandelextract
150 g frambozen (uit de vriezer)
rasp van 1 sinaasappel
50 g amandelschaafsel

Bereiding
1. Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius (boven- en onderwarmte) en zet papieren vormpjes in een muffinvorm.
2. Meng in een grote kom de droge ingrediënten door elkaar: bloem, suiker, amandelmeel, basterdsuiker en zout. Schep hier daarna de bevroren frambozen doorheen, zodat er een laagje bloem op zit. Dit helpt te voorkomen dat ze tijdens het bakken naar beneden zakken. Haal de aan elkaar bevroren frambozen van elkaar.
3. Rasp boven een andere kom de schil van de sinaasappel. Meng hier de natte ingrediënten doorheen: eieren, yoghurt, zonnebloemolie, het amandelextract én 1 dl water.
4. Schep de natte door de droge ingrediënten en vul de vormpjes met het beslag. Strooi op elke muffin wat amandelschaafsel en schuif de muffins onderin de oven. Bak ze in 25-27 minuten gaar en goudbruin.

Eet smakelijk! 




zaterdag 21 maart 2015

Tulp-achtige tomatentaart met aardappel en feta

Op de markt zag ik hele mooie kerstomaten liggen: groter dan de gemiddelde variant en heerlijk zoet. Daar wilde ik iets mee doen! Door de tomaten aan de bovenkant 3 keer in te snijden tot bijna onderaan, vallen ze iets open en krijg je iets dat lijkt op tulpen. Zelfs mijn zoon van acht zag het toen de taart uit de oven kwam en dat zonder dat ik er iets over gezegd had. Wat dat betreft echt een voorjaarstaart dus!




Door het opensnijden van de tomaten ontstaat er voldoende ruimte om de tomaten te vullen. Ik heb gekozen voor een vulling van feta met basilicum en pijnboompitten.
In feta zit erg weinig lactose (8 keer minder dan in melk) en is dus toegestaan in het FODMaP-beperkt dieet. in dit recept zit weinig feta: slechts 30 g per persoon.



De bodem van deze taart is een nieuw resultaat van mijn zoektocht naar hartige taartbodems zónder spelt of andere tarwevervangers (net als de rijstbodem). Dit omdat wij FODMaP-pers ook spelt het beste met mate kunnen eten. Een geslaagd experiment!

Gebruik lekkere tomaten, geen bleke broeders! Hoe lekkerder de tomaat, hoe lekkerder de taart.


Tulp-achtige tomatentaart met aardappel en feta

voor 4 personen

Ingrediënten
voor de bodem
500 g geschilde aardappelen (iets kruimig of vastkokend)
2 eieren
50 g grana padano
zout, versgemalen zwarte peper

voor de topping
750 g grotere kerstomaten (of gewone tomaten)
125 g feta
2 el pijnboompitten
1/2 el gedroogde of 3 takken verse basilicum
1-2 el olijfolie of basilicumolie
versgemalen zwarte peper

Bereiding
1. Schil de aardappels en snijd ze in dunne plakken (dit gaat het gemakkelijkste met een mandoline). Doe de plakjes in een ruime pan,
spoel ze goed af met koud water en zet de aardappelschijfjes op met ruim water. Laat de plakjes 4 minuten koken, giet ze af en spoel ze af met koud water. Zet ze even opzij.
2. Verwarm de oven op 200 graden Celsius (stand boven- en onderwarmte).
3. Maak de vulling door de feta in een kom te verbrokkelen. Vermeng dit met 50 g geroosterde pijnboompitten, de gedroogde of verse, gehakte basilicum en 1-2 el olijfolie. Breng op smaak met versgemalen zwarte peper.
Was de tomaten en snijd ze van boven naar onder driemaal in tot bijna onderaan.


4. Vet een springvorm (diameter van 24 cm) in en "bekleed" hem met bakpapier. Dat is echt nodig om te voorkomen dat het ei eruit loopt.

Rangschik de helft van de aardappelschijfjes op de bodem. Kluts de eieren met wat zout en versgemalen zwarte peper en giet de helft over de aardappelschijfjes heen. Rasp er wat kaas over en herhaal het nog een keer met de rest van de ingrediënten.

Als je een paar aardappelschijfjes overhoud, kun je ze gebruiken als rand (ze vallen er wel gemakkelijk af, dus het is voor het idee...).

5. Vul de tomaatje met een theelepeltje van het kaasmengsel en zet ze op de bodem.
Bak de taart in 45 minuten gaar onderin de oven.


Lekker met een groene salade met een dressing van 3 el extra vierge olijfolie en 1 el goede balsamico-azijn.


Eet smakelijk!

Spinazietaart

Eerder al heb ik een recept gedeeld van een spinazietaart met rucola en blauwe kaas. Vandaag een recept voor spinazietaart met oude of belegen kaas en pijnboompitten, dat ik ook geregeld maak. Erg lekker en alle ingrediënten kun je standaard op voorraad hebben, dus ook gemakkelijk te maken als je geen zin hebt om boodschappen te doen. 


O ja, verse munt koop je op de markt in bossen die je niet zomaar op krijgt. Ik heb van de week gemerkt dat je de blaadjes heel goed in kunt vriezen. Na aankoop de takjes wassen, de druppels eraf "slaan", de blaadjes eraf halen en losjes in een diepvrieszakje doen. Invriezen en... klaar voor gebruik! (Ook goed te gebruiken om verse muntthee van te maken!)

Deze taart kun je maken met een rijst- of speltbodem! Hier onder staat het recept voor de speltbodem; de rijstbodem vind je bij dit recept van andijvietaart.


Spinazietaart 


voor 4 personen

Ingrediënten
voor het deeg
200 g speltbloem
100 g koude margarine
1 ei
zout, versgemalen zwarte peper

voor de vulling
450 g spinazie uit de vriezer (géén à la crème!)
1 prei, alleen het groene gedeelte
1 el knoflook-chilipeper-olie
4 eieren
1 el maïzena
1 dl lactosevrije melk/slagroom óf soya cuisine (sojaroom)
100 g oude kaas, belegen kaas of grana padano
50 g pijnboompitten
verse munt of munt uit de vriezer (zie ook mijn tip hierboven)
zout, versgemalen zwarte peper

Bereiding
1. Haal de spinazie een aantal uren van tevoren uit de vriezer en laat de blokjes in een vergiet ontdooien. Je kunt de spinazie ook op het laatste moment ontdooien in de magnetron of op een heel laag vuur.
2. Begin met het deeg. Kneed een deeg van alle ingrediënten, hiervoor kun je eerst met twee messen de margarine door de bloem snijden en vervolgens de rest erdoor kneden. Ook kun je (zoals ik) een foodprocessor gebruiken. Leg het deeg even ter zijde.
3. Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius (stand boven- en onderwarmte).
4. Was de prei, verwijder het witte deel en snijd het groene gedeelte in dunne, halve ringen. Verhit een hapjespan met de knoflook-chilipeperolie en roerbak de prei tot het geslonken is. Voeg de spinazie toe en roer goed door elkaar.
Pluk een handje muntblaadjes of pak ze uit de vriezer en hak ze fijn. Voeg de munt toe aan de spinazie, roer door en draai het vuur onder de pan uit.
4. Los in een kom de maïzena op in de lactosevrije melk, slagroom of sojaroom. Klop de eieren erdoor en breng op smaak met zout en versgemalen zwarte peper. Rasp de oude kaas boven de kom. Roer het eiermengsel door de spinazie in de pan.
5. Vet de bakvorm in en bekleed hem met het deeg. Stort de vulling erin, strijk het glad, strooi de pijnboompitten erover en schuif de taart in de oven (net onder het midden).
6. Bak de taart in ongeveer 45 minuten gaar. Als de taart te donker dreigt te worden, kun je hem tussentijds afdekken met aluminiumfolie.

Eet smakelijk!

Fruitijsjes

Afgelopen dinsdag was het bijna zomers warm. Niet echt natuurlijk, maar met een trui aan was het in de tuin (uit de wind) echt heerlijk! Een goede gelegenheid om de kinderen te verwennen met een fruitijsje. Het ijsje kan met gemak het fruit na schooltijd vervangen want het is gewoon bevroren fruitpuree.


Een moeilijk te maken? Nee hoor, gewoon het fruit in de kom van de blender, pureren, in de vormpjes gieten en dan maar wachten tot het goed bevroren is.

De vormpjes om zelf ijsjes te maken, kun je voor weinig kopen bij allerlei winkels (de mijne was volgens mij 2 euro). Het is natuurlijk een seizoensproduct, dus misschien moet je er in dit seizoen nog wel voor naar een kookwinkel.

O ja, dit fruitijsje is natuurlijk ook een leuk en lekker nagerecht!

Ook van dit toegestane fruit, mag je als FODMaP-per niet teveel in één keer hebben. Eén ijsje per keer kan wel; zoveel fruit zit er per ijsje ook niet in (tenzij je vormpjes die e gebruikt heel groot zijn).

Fruitijsjes

voor 8 stuks

Ingrediënten
2 bananen
125 g frambozen uit de vriezer
125 g blauwe bessen uit de vriezer
1 dl sinaasappelsap
desgewenst 1 el suiker

Bereiding
Snijd de bananen in stukjes boven de kom van de blender. Voeg het fruit uit de vriezer toe en het sap en pureer het geheel glad.
Vul de vormpjes met het mengsel en tik de vorm een paar keer tegen het aanrecht, zodat de luchtbellen kunnen ontsnappen.
Steek de stokjes erin en zet de vorm in de vriezer. Na ongeveer 4 uur zijn het ijsjes geworden.
Maak de ijsjes los door heet water langs de buitenkant van de vorm te laten lopen.

Tip: Als je toevallig ander fruit in huis hebt, dan gebruik je dat gewoon. De bananen in het ijsje maken het geheel wel romig, dus die zou ik als basis gebruiken.

Eet smakelijk!

vrijdag 20 maart 2015

Aubergines uit de oven

Ik ben echt gek op aubergine en toen ik net startte met het FODMaP-beperkt dieet was ik bang dat ik aubergine niet meer lekker zou kunnen klaar maken, aangezien knoflook mij onontbeerlijk leek. Gelukkig weet ik nu dat aubergine ook zonder verse of gedroogde knoflook heerlijk is! Pfff...



Melanzane alla parmigiana is natuurlijk een klassiek recept uit de Italiaanse keuken en niet voor niets, lijkt mij... Hierbij mijn FODMaP-beperkte variant hiervan. Genieten!

De topping van mijn variant op deze klassieke schotel bestaat niet uit plakken mozzarella (vanwege de lactose), maar uit een saus van zachte geitenkaas. Mocht je zachte geitenkaas niet goed verdragen, dan kun je het gerecht ook afdekken met geraspte oude koeien- of geitenkaas.

O ja, dit bijgerecht is heerlijk bij een eenvoudige risotto of aardappels uit de oven.


Melanzane alla parmigiana

voor 4 personen

Ingrediënten
voor de tomatensaus
1 blikje gepelde tomaten
6 zongedroogde tomaten op olie
1 el gedroogde basilicum
balsamico-azijn van goede kwaliteit
knoflook-chilipeper-olie
zout, versgemalen zwarte peper
basilicumolie (optioneel)

voor de aubergines
3 aubergines
olijfolie
ongeveer 100 g grana padano

voor de topping
125 g zachte geitenkaas
2 el soya cuisine (sojaroom)
2 el droge witte wijn
50 g grana padano, geraspt
zout, versgemalen zwarte peper

Bereiding
1. Maak eerst de tomatensaus, zodat deze tijd heeft om al sudderend op smaak te komen. Snijd hiervoor de gepelde tomaten in stukjes (verwijder de velletjes die eventueel zijn achtergebleven) en verhit 1 el knoflook-chilipeper-olie in een hapjespan. Voeg de tomatenstukjes toe met de gedroogde basilicum.
Snijd vervolgens de zongedroogde tomaten in kleine stukjes en voeg ze toe. Laat de saus 20-30 minuten sudderen (hoe langer hoe beter).
2. Zet de oven op de grilstand en haal het rooster eruit. (Je kunt de aubergines ook grillen in ene grilpan, maar dat duurt erg lang omdat er niet zoveel plakken tegelijk gegrild kunnen worden.)
Schil de aubergines met een dunschiller en snijd ze in plakken van ongeveer een halve centimeter dik. Bestrijk ze aan beide kanten met olijfolie en leg ze op het rooster. Gril de plakken in 3-5 minuten per kant goudbruin en gaar. Let op, want soms blijkt de gril heter dan je dacht en zijn je aubergines verbrand!
3. Maak intussen de topping. Doe hiervoor alle ingrediënten met uitzondering van de olijfolie in de kom van een blender en pureer het geheel. Proef of de smaak goed is. Als je wilt, kun je er nog een scheutje basilicumolie doorheen doen, dat is extra lekker.
4. Breng de tomatensaus op smaak met zout en versgemalen zwarte peper en roer er 1 el balsamico-azijn en eventueel 1 el basilicumolie doorheen. Ik meet deze hoeveelheden trouwens niet af, doe er gewoon een scheutje in. Door de balsamico-azijn krijgt de saus een heerlijk zoet, volle smaak, dat is vreemd te geloven misschien als je beseft dat het azijn is, maar het is echt zo! De basilicumolie versterkt de basilicumsmaak, heel lekker.
5. Stel de oven in op boven- en onderwarmte en 200 graden Celsius. Vet een ovenschaal in en bouw de ovenschotel laagje voor laagje op: een beetje tomatensaus (plopjes op de bodem van de ovenschaal), laagje aubergineplakken, beetje geraspte grana padano, een paar plopjes tomatensaus, etc. Wees echt zuinig met de tomatensaus zodat je voldoende overhoudt voor de bovenkant. Eindig met een alles bedekkende laag tomatensaus en schenk de topping erover heen.
6. Schuif de schaal net onder het midden in de oven en bak hem in ongeveer 30 minuten goudbruin. Mmmm...!


Eet smakelijk!

zaterdag 14 maart 2015

Speltpasta met pesto van cavolo nero en geroosterde zoete paprika

De grootgrutter had cavolo nero in de aanbieding, de "zwarte kool" (broertje van onze vertrouwde boerenkool) waar Jamie Oliver en alle andere Italië-fans zo graag mee koken. Leuk! Vandaag lag het dus in de koelkast, klaar om er iets lekkers van te maken. Maar wat? Geen stamppot, dat zou zonde zijn.



Na een inspirerende zoektocht op internet naar wat anderen er zoal van gemaakt hebben (natuurlijk mét veel knoflook etc.), kwam ik uit op speltpasta met pesto van de zwarte kool, geitenkaas, pijnboompitten en geroosterde zoete puntpaprika's (die had ik namelijk ook nog in de koelkast liggen). Schitterende kleuren en vast ook heel smaakvol, bedacht ik. En natuurlijk FODMaP-arm.
De geroosterde paprika maakt echt het verschil: de zoete, iets gerookte smaak contrasteert heel mooi met de stevige smaak van de cavolo nero. En de geitenkaas maakt het romig en zacht (en iets zurig - maar perfect).

Als je geen zin hebt om de paprika's zelf te roosteren, dan kun je ze natuurlijk kant en klaar kopen. Toch zou ik dat niet doen: die zijn lang niet zo lekker (en veel te zuur door al dat azijn waarmee ze ingemaakt worden!) als wanneer je ze zelf roostert. En zoveel werk is het niet, zeker niet bij puntpaprika's. Die laten zich veel gemakkelijker ontvellen dan de gewone paprika's.

Kortom, ik ben tevreden met het recept! Dit gaan we zeker vaker eten. En natuurlijk ga ik het ook een keer met boerenkool proberen, want cavolo nero zal vast niet altijd voorhanden zijn.

Pasta met cavolo nero-pesto en geroosterde zoete paprika

voor 4 personen

Ingrediënten
voor de pasta
160 g speltbloem
40 g fijngemalen maïsmeel
2 grote eieren

voor de pesto
300 g cavolo nero
100 g grana padano
25 g geroosterde pijnboompitten
1 el knoflook-chilipeperolie
2 el extra vierge olijfolie
mespunt pimentón (gerookt paprikapoeder)
zout, versgemalen zwarte peper

voor erbij
3 zoete puntpaprika's
200 g zachte geitenkaas (of harde als je de zachte niet verdraagt)
25 g geroosterde pijnboompitten

Bereiding
1. Stel de oven in op 250 graden Celsius (boven- en onderwarmte). Was de puntpaprika's, leg ze op de bakplaat en rooster ze in 25 minuten gaar en (deels) zwartgeblakerd in de oven.
2. Zet een ruime pan voor de helft gevuld met water op het vuur en breng aan de kook.
Maak intussen de verse pasta: kneed het deeg van de speltbloem, maïsmeel, de eieren en draai of rol er vellen van en maak er vervolgens tagliatelle van. Zie voor een uitgebreide beschrijving mijn recept van speltpasta. Leg de tagliatelle even weg (ongekookt!).
3. Kook de cavolo nero in 3 minuten beetgaar, schep met een schuimspaan uit het water in een vergiet en laat hem uitlekken. Draai het vuur onder de pan even uit.
4. Doe voor de pesto alle ingrediënten in de kom van een foodprocessor, met uitzondering van een flinke hand cavolo nero. (De cavolo nero mag nog wat vochtig zijn,) Ik vond het lekker als er nog grove stukken cavolo nero in de pasta zouden zitten, maar als je dat niets lijkt, doe je gewoon alles in de foodprocessor. Gebruik het mes van de foodprocessor en draai een pesto van de ingrediënten. Breng op smaak met flink wat versgemalen zwarte peper en een beetje zout.
5. De puntpaprika's zullen nu wel klaar zijn. Zet het vuur onder pan waar je de cavolo nero in gekookt hebt weer aan. Haal de paprika's met een tang uit de oven en leg ze in een schaal. Dek de schaal meteen af met huishoudfolie of zoiets (het vocht dat eronder ontstaat zorgt ervoor dat je het vel er gemakkelijk af krijgt).
Pak een plank, een afvalbakje en een mes, trek eventueel wegwerphandschoentjes aan (tegen de hitte) en haal één voor één de paprika's uit de schaal. Haal het vel eraf (dat gaat meestal in één handbeweging!) en verwijder de pitten uit de binnenkant (dat vind ik nog het meeste werk). Gooi dit afval in een ander bakje, zodat je het vocht uit de geroosterde paprika's dat in de schaal ligt bij de pesto kunt gieten. Dit is namelijk heel smaakvol!
Snijd de drie paprika's in grovere stukken. Verdeel meteen ook de zachte geitenkaas in kleinere "vlokken".
6. Kook de verse pasta in 3-4 minuten beetgaar en giet het af. Meng in de hete pan de pesto en de apart gehouden cavolo nero door de pasta en stort het geheel in een grote schaal. Garneer met de geroosterde paprika, de zachte geitenkaas en de pijnboompitten.

Eet smakelijk!


zondag 8 maart 2015

Bananencake met chocolade

We hadden te veel rijpe bananen in de fruitschaal en toevallig lag ook net de nieuwe Allerhande op tafel met daarin een recept van Bananenbrood. Aanpassing hier, verandering daar en zie hier: lekkere bananencake met chocolade! FODMaP-proof natuurlijk.



De bananencake is niet gemaakt van cake-, maar van een muffinbeslag: relatief weinig vet en veel vocht in vergelijking met cakebeslag. In dit recept heb ik ook geëxperimenteerd met kokosolie (in gestolde vorm). En dat gaf een heel lekker resultaat. De cake werd smeuïig en toch ook luchtig. Later heb ik de cake ook nog een keer gemaakt met zonnebloemolie en dat gaf een minder luchtig resultaat. Ook lekker, maar anders.

Kokosolie is wel een duur product (bij kamertemperatuur is het trouwens niet vloeibaar, wat je wel verwacht bij het woord "olie"). Ik heb inmiddels wel ontdekt dat als je het bij een islamitische winkel koopt, het een stuk voordeliger kan dan elders (3,50 voor een pond in plaats van 7 euro). Dat is fijn, maar het is nog steeds kostbaar. Jammer, want kokosolie geeft ook een goed resultaat in korstdeeg en in koekjes (komt tot uiting in de textuur, want kokosolie is smakeloos - gek genoeg). Genieten met mate dus!

O ja, wat speltbloem betreft: dit kan ook een duur product zijn. Als je een beetje oplet, kun je het veel voordeliger krijgen. Ik koop het in grote hoeveelheden (in zakken van 5 kg tegelijk) in bij de-zuidmolen.nl en betaal een veel betere prijs. Als je weet waar je de ingrediënten moet kopen, blijft het FODMaP-dieet betaalbaar, toch?


Bananencake met chocolade


Ingrediënten
250 g speltbloem
2,5 tl bakpoeder
175 g witte basterdsuiker
300 g bananen (ongeveer 2,5 stuks)
125 ml lactosevrije room, sojaroom of lactosevrije melk
100 g kokosolie
2 grote eieren
2 tl vanille-extract
75 g pure chocolade, gehakt (extra pure hagelslag kan ook!)

Bereiding
1. Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius (boven- en onderwarmte).
Bekleed een cakevorm of metalen broodvorm (heeft luchtgaatjes onderin, heel handig) met bakpapier.
2. Meng in een ruime kom de bloem, bakpoeder, suiker en de gehakte chocolade of extra pure hagelslag (heb ik gebruikt).
3. Smelt de kokosolie in een pannetje of in de magnetron. Doe de bananen in stukjes in de mengkom van een staafmixer, samen met de eieren, het vanille-extract en de lactosevrije slagroom (of anderszins). Pureer het geheel, schenk de kokosolie erbij en pureer nog zodat het een homogeen mengsel wordt.
4. Roer de natte door de droge ingrediënten en stort het beslag in de cakevorm. Schuif de vorm net onder het midden van de oven en bak de cake in 60 minuten gaar. Dek de cake eventueel na 45-50 minuten af met aluminiumfolie om te voorkomen dat hij te donker wordt.

Eet smakelijk!


Andijvietaart met rijstbodem

Omdat ik gemerkt heb dat ik me beter voel als ik gevarieerd eet (dus ook ook niet te veel spelt op een dag), heb ik een variant bedacht op de speltbodem van hartige taarten. Namelijk eentje gemaakt van gekookte rijst! En lekker dat het was! En het is ook nog eens gemakkelijk om te maken: wat wil een mens nog meer? Je hoeft niets te kneden, alleen maar de rijst te mengen met een ei en geraspte kaas.
Vooraf was ik nog bang dat de rijst aan de oppervlakte droog en hard zou worden in de oven, maar dat bleek niet het geval. Het geheel blijft smeuïig én een lekkere beet houden.

Ik kan me voorstellen dat een rijstbodem niet combineert met elke vulling, maar het gaat in elk geval heel goed samen met mijn andijvievulling (zie ook mijn recept van andijvietaart met zongedroogde tomaten).

Voor een bodem met een lekkere beet en smaak is het wel belangrijk dat je de juiste rijstsoort gebruikt. Ik heb gekozen voor de snelkookrijst van Ekoplaza, omdat die korrel vol van smaak is en een stevige beet heeft. Risottorijst zal vast ook lekker zijn.

Als je de dag ervoor al weet dat je weinig tijd zult hebben de volgende dag, dan kun je de rijst alvast koken.


Andijvietaart met rijstbodem

voor 4 personen

Ingrediënten
Voor de bodem:
150 g snelkookrijst van Ekoplaza
100 g oude kaas, geraspt
1 ei
versgemalen zwarte peper, zout

voor de vulling:
400 g andijvie, grof gesneden
8 zongedroogde tomaten op olie
4 eieren
50 g oude kaas (Old Amersterdam), geraspt
0,5 dl lactosevrije melk
1 el maïzena
1 tl gedroogde basilicum
1 tl gedroogde oregano
knoflook-chilipeperolie
zout, versgemalen zwarte peper

Bereiding
1. Begin met het deeg. Kook de rijst beetgaar in 10 minute en giet af. Kluts het ei in een kom, roer de rijst erdoor en vervolgens de kaas. Breng op smaak met zout en versgemalen zwarte peper.
Vet een deegvorm (liefst met losse bodem) in met plantaardige margarine en stort de rijst in de vorm. Verdeel de rijst met een (pol)lepel over de bodem en tegen de kant. Druk het goed aan en zet de vorm even terzijde.


2. Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius (stand boven- en onderwarmte).
3. Snijd de zongedroogde tomaten in kleine stukjes. Verhit een hapjespan met een scheutje knoflook-chilipeperolie en roerbak de zongedroogde tomaten kort. Voeg de andijvie toe en roerbak het tot het geslonken is. Voeg de basilicum en oregano toe en roer nog even door.
4. Los in een kom de maïzena op in de lactosevrije melk. Klop de eieren erdoor en breng op smaak met zout en versgemalen zwarte peper. Rasp de oude kaas boven de kom. Roer het eiermengsel door de andijvie in de pan en laat het alvast al roerende een beetje stollen (anders loopt het straks zo uit de vorm, want de rijstbodem houdt het nu nog niet tegen...).
5. Stort de vulling op de rijstbodem, strijk glad en schuif de taart in de oven (net onder het midden).
6. Bak de taart in ongeveer 45 minuten gaar. Als de taart te donker dreigt te worden, kun je hem tussentijds afdekken met aluminiumfolie.

Eet smakelijk!